Spud: probeer de bal te ontwijken of gooi raak

De speler met de bal gaat in het midden van de kring staan en gooit de bal omhoog. Tegelijkertijd roept deze speler het cijfer van een andere speler. De speler met dit getal zal blijven staan, terwijl de andere spelers proberen om zo hard mogelijk weg te rennen. Een open grasveld is daarom het handigste speelveld. 

Regels over stilstaan 

Heeft de speler met het getal dat werd geroepen de bal gevangen? Dan schreeuwt deze speler ‘SPUD’ en alle kinderen bevriezen nu direct. Er mag op dat moment niet meer bewogen worden. Het is belangrijk dat spelers niet achter een obstakel staan, zoals een boom of speelgoedtoestel

De taak van de de speler met de bal is nu om iemand te raken. Voordat hij of zij een poging waagt, mag de werper drie stappen zetten. Als de bal wordt gegooid naar een speler, mag deze speler de bal ontwijken door zijn lichaam te bewegen. Hierbij geldt de regel dat de voeten niet van zijn of haar plek mogen komen.

Gebeurt dit wel? Dan krijgt deze speler direct de letter ‘S’. Als iemand wordt geraakt, krijg deze speler ook de letter ‘S’. Heeft de speler die de bal gooit niemand geraakt? Dan krijgt de werper juist de letter ‘S’.  

De speler die in de vorige ronde een letter heeft gekregen, mag de volgende ronde nu beginnen. Alle spelers verzamelen zich weer in een kring en de bal wordt omhoog gegooid. Er wordt nu een ander cijfer genoemd en het spel wordt op dezelfde manier vervolgd. Als een speler nu voor de tweede keer een letter ontvangt, krijgt hij of zij de letter ‘P’.

Hierna volgen de letters ‘U’ en ‘D’. Zodra een speler alle letters heeft verzameld (S.P.U.D.), heeft deze speler verloren. Er volgt nu een passende opdracht voor de verliezer, zoals opdrukken of een grote ronde rennen. Probeer alle ballen daarom te ontwijken of raak te gooien! 

Om Spud uitdagender te maken kan je ervoor kiezen om met spookgetallen te spelen. De getallen die je vooraf aan alle spelers toekent zijn bij de basisregels gelijk aan het aantal deelnemers. Speel je met 5 spelers, geef je alle spelers een getal van 1 t/m 5. Bij de variant met spookgetallen speel je met twee extra getallen.

In het voorbeeld met 5 spelers worden dit dus de getallen 1 t/m 7. Alle spelers krijgen wederom één getal, maar nu blijven er twee getallen over. Zorg ervoor dat die niet de twee laatste getallen zijn, maar willekeurige cijfers. Bijvoorbeeld 2 en 5. Dit zijn vanaf nu de spookgetallen.

Bij het gooien van de bal kan een spookgetal worden gezegd. Alle spelers moeten op dat moment achter de bal aangaan en deze aanraken. De speler die als laatste de bal aanraakt, krijgt voor straf één letter. Hij is ook direct de volgende speler die de bal in de lucht moet gooien voor de volgende ronde. 

Heb jij het spel Spud al vaker gespeeld of juist een vraag over de spelregels? Laat het ons weten in een reactie en wij helpen je graag!